A gastric banding device for implantation within a person for the treatment of morbid obesity. The gastric banding device includes an inflatable band portion dimensioned to encircle the stomach and an inflation conduit operable for conducting a percutaneously injected inflation fluid into the band portion. The band portion is a toroidal member having a head end with first fastening means thereon and a tail end having second fastening means thereon and an inflatable shell therebetween. The outer surface of the toroidal shell in reinforced with a non-extensible, biocompatible material which serves to limit outward expansion of the shell when an inflation fluid is injected thereinto. The inner, stomach-contacting surface of the shell has a layer of an open-cell elastomeric foam affixed thereto and integral therewith. In operation, when the band is placed in an encircling relationship with the stomach, the first and second fastening means on the ends of the shell are engaged in locking relationship. An inflation fluid is injected into the shell by means of a subcutaneously implanted injection port that is in fluid communication with the inflation conduit. As the shell expands inwardly, it constricts and compartmentalizes the stomach. The rough textured, open-cell, stomach-contacting layer on the interior surface of the shell prevents post-implantation migration of the shell. The open-cell layer obviates the need for suturing the stomach to prevent slippage of the banding device.

Een maag het verbinden apparaat voor inplanting binnen een persoon voor de behandeling van ziekelijke zwaarlijvigheid. Het maag het verbinden apparaat omvat een opblaasbaar bandgedeelte dat wordt afgemeten om de maag en een inflatiebuis te omringen opereerbaar voor het leiden van een percutaan ingespoten inflatievloeistof in het bandgedeelte. Het bandgedeelte is een toroidal lid dat een hoofdeind daarop met eerste het vastmaken middelen heeft en een staarteind dat tweede het vastmaken middelen daarop en opblaasbare shell heeft therebetween. De buitenoppervlakte van toroidal shell in versterkt met een niet verlengbaar, biocompatibel materiaal dat dient om uitgaande uitbreiding van shell te beperken wanneer een inflatievloeistof thereinto wordt ingespoten. Binnen, maag-contacterend oppervlakte van shell heeft een laag van een daarmee daaraan gehecht open-cel elastomeric schuim en integraal. In verrichting, wanneer de band in een het omringen verhouding met de maag wordt geplaatst, zijn de eerste en tweede het vastmaken middelen op de einden van shell bezig geweest met sluitenverhouding. Een inflatievloeistof wordt ingespoten in shell door middel van een onderhuids geïnplanteerde injectiehaven die in vloeibare communicatie met de inflatiebuis is. Aangezien shell, het constricts zich binnenwaarts uitbreidt en de maag compartimenteert. Ruwe geweven, open-cel, maag-contacteert laag op de binnenlandse oppervlakte van shell verhindert post-inplantingsmigratie van shell. De open-cellaag ondervangt de behoefte om de maag te hechten om slip van het het verbinden apparaat te verhinderen.