A method is provided to overcome excess code development associated with
developing device drivers that are hierarchically related and provides
standardization to driver developers by listing in the private area of a
device object types of file objects, including specific IRP handlers
associated therewith, that may be created under that device object to
thereby provide a device object context. In like manner, each file object
has listed in the private area types of other file objects, again
including specific IRP handlers associated therewith, that may be created
under that particular file object to thereby provide a file object
context. The default handler for a driver object points to a multiplexing
function that processes an incoming IRP based on the available context
information to "route" the IRP to the appropriate handler. Each file
object has reference to a plurality of dispatch function references that
are used by the IRP handlers to fulfill a particular request. A request to
create a file object is also validated to ensure that only file objects of
the appropriate type may be created in hierarchy, again according to the
context information.
Een methode wordt verstrekt om bovenmatige codeontwikkeling te overwinnen verbonden aan het ontwikkelen van apparatenbestuurders die hiërarchisch met elkaar in verband worden gebracht en verstrekt normalisatie aan bestuurdersontwikkelaars door op het privé gebied van apparatenobjecten types van dossiervoorwerpen, met inbegrip van specifieke daarmee geassocieerde managers een lijst te maken van IRP, die onder dat apparatenvoorwerp kunnen worden gecreeerd daardoor een apparatenobjecten context verstrekken. Op gelijkaardige wijze, heeft elk dossiervoorwerp in de privé gebiedstypes van andere dossiervoorwerpen een lijst gemaakt van, opnieuw met inbegrip van specifieke daarmee geassocieerde managers IRP, die onder dat bepaalde dossiervoorwerp kunnen worden gecreeerd daardoor een dossierobjecten context verstrekken. De standaardmanager voor een bestuurdersvoorwerp richt aan een het simultaan overseinen functie die een inkomende IRP verwerkt die op de beschikbare contextinformatie aan "route" IRP wordt gebaseerd aan de aangewezen manager. Elk dossiervoorwerp heeft verwijzing naar een meerderheid van de verwijzingen van de berichtfunctie die door de managers IRP worden gebruikt om een bepaald verzoek te vervullen. Een verzoek wordt om een dossiervoorwerp tot stand te brengen ook bevestigd om te garanderen dat slechts de dossiervoorwerpen van het aangewezen type in hiërarchie, opnieuw volgens de contextinformatie kunnen worden tot stand gebracht.