Modulating agents for inhibiting an interaction between .alpha.-catenin and
.beta.-catenin are provided. The modulating agents comprise one or more
of: (a) a .beta.-catenin HAV motif; (b) a peptide analogue or mimetic of a
.beta.-catenin HAV motif; or (c) an antibody or antigen-binding fragment
thereof that specifically binds to a .beta.-catenin HAV motif. Methods for
using such modulating agents for inhibiting cadherin-mediated cell
adhesion in a variety of contexts are also provided.
Modulerende agenten voor het remmen van een interactie tussen alpha.-catenin en beta.-catenin worden verstrekt. De modulerende agenten bestaan uit één of meer van: (a) een beta.-catenin hav motief; (b) peptide analoog of mimetic van a beta.-catenin motief HAV; of (c) een antilichaam of een antigeen-bindend fragment daarvan dat specifiek aan een beta.-catenin hav motief bindt. De methodes om dergelijke modulerende agenten te gebruiken voor het remmen van cadherin-bemiddelde celadhesie in worden een verscheidenheid van contexten ook verstrekt.