A remote monitoring system providing diagnostic and remedial functions to a
computer system. The remote monitoring system comprises a service center
and a diagnostic agent. The diagnostic agent is located proximate to the
monitored computer system and electronically coupled to the monitored
computer system such that the diagnostic agent can retrieve information
about the various states of the monitored computer system. The diagnostic
agent stores the retrieved information and further processes it for future
use. Such information includes fault monitor information, accounting
information, system performance information, and system management
information. In addition, the diagnostic agent has control over the
monitored computer system allowing it to perform diagnostic and remedial
functions. Further, the diagnostic agent is electronically coupled to a
service center located remotely to the monitored computer system. In the
context of fault monitoring operations, the diagnostic agent interrogates
the monitored computer system for information related to malfunctions.
Moreover, the diagnostic agent interacts with the service center through a
communication interface to retrieve various diagnostic and remedial
information related to discovered computer system operability problems.
The diagnostic agent uses the retrieved information to overcome the
discovered problems. Alternatively, the remote monitoring system used as
an information tool for a business model to provide remedial services for
computer systems.
Een ver controlesysteem die kenmerkende en remediërende functies verstrekken aan een computersysteem. Het verre controlesysteem bestaat uit een de dienstcentrum en uit een kenmerkende agent. De kenmerkende agent wordt gevestigd naburig aan het gecontroleerde computersysteem en aan het gecontroleerde computersysteem elektronisch gekoppeld dusdanig dat de kenmerkende agent informatie over de diverse staten van het gecontroleerde computersysteem kan terugwinnen. De kenmerkende agent slaat de teruggewonnen informatie en de verdere processen op het voor toekomstig gebruik. Dergelijke informatie omvat de informatie van de foutenmonitor, rekenschap gevende informatie, de informatie van systeemprestaties, en systeembeheersingsinformatie. Bovendien heeft de kenmerkende agent controle over het gecontroleerde computersysteem dat het toestaat om kenmerkende en remediërende functies uit te oefenen. Verder, wordt de kenmerkende agent elektronisch aan een de dienstcentrum gekoppeld dat ver aan het gecontroleerde computersysteem wordt gevestigd. In de context van fout controleverrichtingen, ondervraagt de kenmerkende agent het gecontroleerde computersysteem voor informatie met betrekking tot defecten. Voorts gaat de kenmerkende agent met het de dienstcentrum interactie aan door een communicatie interface om diverse kenmerkende en remediërende informatie terug te winnen met betrekking tot ontdekte computersysteemoperability problemen. De kenmerkende agent gebruikt de teruggewonnen informatie om de ontdekte problemen te overwinnen. Alternatief, het verre controlesysteem dat als informatiehulpmiddel wordt gebruikt voor een bedrijfsmodel om de remediërende diensten voor computersystemen te verlenen.