In a non-contact communication system, when an interrogator is attempting
to detect that a responder is present in a range communicable therewith,
the interrogator transmits a weak radio wave from its tuning circuit. The
responder receives this radio wave and acquires electric power by
rectifying it, but, because the electric power thus obtained is
insufficient, the responder is turned on and off repeatedly at regular
intervals. This causes variation in the impedance with which the tuning
circuit is loaded. The interrogator, by detecting this variation in the
impedance occurring at regular intervals, recognizes that the responder is
present within the range communicable therewith. Only then, the
interrogator transmits a radio wave strong enough to permit the responder
to acquire sufficient electric power.
In een niet-contact communicatie systeem, wanneer een ondervrager probeert om te ontdekken dat een antwoordapparaat in een daarmee overdraagbare waaier aanwezig is, brengt de ondervrager een zwakke radiogolf van zijn stemmende kring over. Het antwoordapparaat ontvangt deze radiogolf en verwerft stroom door het te rectificeren, maar omdat de zo verkregen stroom ontoereikend is, wordt het antwoordapparaat aangezet en weg herhaaldelijk met regelmatige intervallen. Dit veroorzaakt variatie in de impedantie waarmee de stemmende kring wordt geladen. De ondervrager, door deze variatie in de impedantie te ontdekken die met regelmatige intervallen voorkomt, erkent dat het antwoordapparaat binnen de daarmee overdraagbare waaier aanwezig is. Slechts dan, de ondervrager een radiogolf over sterke genoeg brengt om het antwoordapparaat toe te laten om voldoende stroom te verwerven.