The defibrillator storage device has an enclosure comprised of wall
sections, a top section, bottom section and door section defining an
interior compartment of sufficient size to house a defibrillator. A
defibrillator mount is connected to the interior of the enclosure. An
alarm means having a visual alarm signal and an audible alarm signal is
used to indicate that the door of the device has been opened, signaling a
possible cardiac arrest incident. An activation switch for triggering the
alarm is connected to the door and positioned to contact an enclosure wall
when the door is closed. The normally open switch is closed and is closed
when the door is opened. An alarm deactivating switch connected in circuit
to the alarm is used to reset the system or to totally deactivate the
alarm.
De defibrillator opslaggelegenheid heeft een bijlage die van muursecties, een hoogste sectie, bodemsectie en deursectie bepalend wordt samengesteld een binnenlands compartiment van voldoende grootte om defibrillator te huisvesten. Een defibrillator onderstel wordt verbonden met het binnenland van de bijlage. Een alarm betekent hebbend een visueel alarmsignaal en een hoorbaar alarmsignaal wordt gebruikt om erop te wijzen dat de deur van het apparaat is geopend, signalerend een mogelijk hartstilstandincident. Een activeringsschakelaar voor het teweegbrengen van het alarm wordt aangesloten aan de deur en geplaatst om een bijlagemuur te contacteren wanneer de deur wordt gesloten. De normaal open schakelaar is gesloten en is gesloten wanneer de deur wordt geopend. Een alarm desactiverende schakelaar die in kring aan het alarm wordt aangesloten wordt gebruikt om het systeem terug te stellen of het alarm totaal te desactiveren.