Methods, signals, devices, and systems are provided for delegating rights
in a distributed computer system from a principal to one or more deputies.
The deputies have identities separate from the principal. This allows the
deputies to persist after the principal logs off the system, and permits
deputization across boundaries imposed by namespaces and particular
network protocols. A deputy may also delegate rights to additional
deputies. Deputization is accomplished using certificates,
domain/realm-specific credentials, public and private keys, process
creation, and other tools and techniques.
De methodes, de signalen, de apparaten, en de systemen worden verstrekt voor het afvaardigen van rechten in een verdeeld computersysteem van een hoofd aan één of meerdere afgevaardigden. De afgevaardigden hebben identiteiten afzonderlijk van het hoofd. Dit staat de afgevaardigden toe om voort te duren nadat het hoofd het systeem het programma sluit, en laat deputization over grenzen toe die door namespaces en bijzondere netwerkprotocollen worden opgelegd. Een afgevaardigde kan rechten op extra afgevaardigden ook afvaardigen. Deputization wordt verwezenlijkt gebruikend certificaten, domein/koninkrijk-specifieke geloofsbrieven, openbare en privé sleutels, procesverwezenlijking, en andere hulpmiddelen en technieken.