A network comprises a plurality of devices interconnected by a plurality of
switching nodes. At least one device, as a source device, generates device
packets for transfer to other devices, as destination devices, with each
device packet including an address portion including an address
identifying at least one of the destination devices. The switching nodes
establish respective virtual circuits thereover for transferring virtual
circuit packets from at least one the switching node, as an originating
switching node, which is connected to the source device, to others of the
switching nodes, as respective terminating switching nodes, each of which
is connected to a destination device. The originating switching node
receives each device packet from the source device and generates a
respective virtual circuit packet therefor, each virtual circuit packet
including a virtual circuit identifier identify one of the virtual
circuits over which the virtual circuit packet is to be transferred, and
transferring the respective virtual circuit packet over the virtual
circuit. Successive switching nodes associated with each virtual circuit,
as intermediate switching nodes, receive the virtual circuit packets and
use the virtual circuit identifier in each packet to determine routing for
the virtual circuit packet. Each terminating switching node, upon receipt
of a the virtual circuit packet, extract the device packet and, using the
address identifying the destination device, transfer the device packet to
the identified destination device.
Een netwerk bestaat uit een meerderheid van apparaten die door een meerderheid van omschakelingsknopen onderling worden verbonden. Minstens één apparaat, als bronapparaat, produceert apparatenpakketten voor overdracht aan andere apparaten, als bestemmingsapparaten, met elk apparatenpakket met inbegrip van een adresgedeelte met inbegrip van een adres dat minstens één van de bestemmingsapparaten identificeert. De omschakelingsknopen vestigen respectieve virtuele kringen thereover voor het overbrengen van virtuele kringspakketten van minstens één de omschakelingsknoop, als een voortkomende omschakelingsknoop, die met het bronapparaat, aan anderen van de omschakelingsknopen wordt verbonden, zoals respectieve eindigende omschakelingsknopen, elk waarvan met een bestemmingsapparaat wordt verbonden. De voortkomende omschakelingsknoop ontvangt elk apparatenpakket van het bronapparaat en produceert een respectief virtueel kringspakket daarvoor, identificeert elk virtueel kringspakket met inbegrip van een virtueel kringsherkenningsteken één van de virtuele kringen waarover het virtuele kringspakket moet worden overgebracht en, het respectieve virtuele kringspakket over de virtuele kring overbrengen. De opeenvolgende omschakelingsknopen verbonden aan elke virtuele kring, als middenomschakelingsknopen, ontvangen de virtuele kringspakketten en gebruiken het virtuele kringsherkenningsteken in elk pakket om het leiden voor het virtuele kringspakket te bepalen. Elke eindigende omschakelingsknoop, op ontvangstbewijs van het virtuele kringspakket, haalt het apparatenpakket en, gebruikend het adres dat het bestemmingsapparaat identificeert, brengt het apparatenpakket naar het geïdentificeerde bestemmingsapparaat over.