A method of tucking a pair of refastenable side seams into a body portion
of a pant-like garment in which the fold locations can be controlled and
the likelihood of creases occurring in the fastening components is reduced
or eliminated. The garment is positioned either on one vacuum conveyor or
between an upper vacuum conveyor and a lower vacuum conveyor. Vacuum zones
from the conveyors hold the garment in place. While the garment is held by
the vacuum zones, the refastenable side seams are pushed between the front
and back regions toward one another with the fastening components being
placed in a flat configuration.
Een methode om een paar refastenable zijnaden in een lichaamsgedeelte van een broek-als kledingstuk waarin de vouwenplaatsen kunnen worden gecontroleerd en de waarschijnlijkheid te plooien die van vouwen in de vastmakende componenten voorkomen wordt verminderd of geëlimineerd. Het kledingstuk wordt geplaatst of op één vacuümtransportband of tussen een hogere vacuümtransportband en een lagere vacuümtransportband. De vacuüm streken van de transportbanden houden op zijn plaats het kledingstuk. Terwijl het kledingstuk door de vacuümstreken wordt gehouden, worden de refastenable zijnaden geduwd tussen de voor en achtergebieden naar elkaar met de vastmakende componenten die in een vlakke configuratie worden geplaatst.