A tracheostomy valve (10) having a low profile for use on a tracheal tube
(100) of a user. The tracheostomy valve is a unidirectional valve which
allows gases to enter into the tracheal tube but does not allow gases to
exit the tracheal tube through the tracheostomy valve. The valve includes
a valve body (12), a flapper valve (24), a valve clamp (26) and a cover
(32). The valve body has notches (30) which provide inlets (18) for the
gases to move past the valve body. The valve clamp has grooves which
provide inlets for the gases to move past the valve clamp into the valve
body. The cover mounts over the second end (12B) of the valve body and
holds the valve clamp and flapper valve in position in the hole of the
valve body.
Een tracheostomyklep (10) die een laag profiel voor gebruik op een tracheale buis (100) van een gebruiker heeft. De tracheostomyklep is een eenrichtingsklep die gassen om in de tracheale buis toestaat binnen te gaan maar geen gassen toestaat om de tracheale buis door de tracheostomyklep weg te gaan. De klep omvat een kleplichaam (12), een vinklep (24), een klepklem (26) en een dekking (32). Het kleplichaam heeft inkepingen (30) die inhammen (18) voor de gassen verstrekken zich voorbij het kleplichaam te bewegen. De klepklem heeft groeven die inhammen voor de gassen verstrekken zich voorbij de klepklem in het kleplichaam te bewegen. De dekking zet over het tweede eind (12B) van het kleplichaam op en houdt de van de klepklem en vin klep in positie in het gat van het kleplichaam.