A subassembly of a fuel injector that allows spray targeting and
distribution of fuel to be configured using non-angled or straight orifice
having an axis parallel to a longitudinal axis of the subassembly.
Metering orifices are located about the longitudinal axis and defining a
first virtual circle greater than a second virtual circle defined by a
projection of the sealing surface onto the metering disc so that all of
the metering orifices are disposed outside the second virtual circle
within one quadrant of the circle. A channel is formed between the seat
orifice and the metering disc that allows the fuel injector to target fuel
spray generally within an arcuate sector of at least 90 degrees about the
longitudinal axis of the metering disc. A method of targeting is also
provided.
Een gedeeltelijke montage van een brandstofinjecteur die nevel het richten en distributie van brandstof om toelaat worden gevormd gebruikend niet-non-angled of rechte opening die een as parallel met een longitudinale as van de gedeeltelijke montage heeft. De metende openingen worden gevestigd over de longitudinale as en het bepalen van een eerste virtuele cirkel groter dan een tweede virtuele cirkel die door een projectie van de het verzegelen oppervlakte op de metende schijf wordt bepaald zodat de elk van metende openingen buiten de tweede virtuele cirkel binnen één kwadrant van de cirkel worden geschikt. Een kanaal wordt gevormd tussen de zetelopening en de metende schijf die de brandstofinjecteur toestaat om brandstofnevel binnen een boogvormige sector van minstens 90 graden over de longitudinale as van de metende schijf over het algemeen te richten. Een methode om te richten wordt ook verstrekt.