A two-wheel drive bicycle includes a main frame having a steering head, a
seat tube, a cross bar and a hollow downtube. A main drive mechanism
includes a housing, a driving spindle, at least one driven ring gear, a
first driven shaft and a second driven shaft. The first driven shaft is
rotatably connected to the housing and operably coupled to the at least
one driven ring gear. The second driven shaft is, likewise, rotatably
connected to the housing and operably coupled to the at least one driven
ring gear. Front and rear wheel drive mechanisms include a series of
shafts that are themselves coupled to and between the first and second
driven shafts and the front and rear wheels. The main drive mechanism
preferably includes a plurality of driven gears comprising a series of
concentrically spaced ring gears. Each ring gear of the plurality of
driven ring gears has an inner diametrical surface and an outer
diametrical surface. Each outer diametrical surface is configured to
slidingly engage the inner diametrical surface of an adjacent ring gear.
Further, the main drive mechanism preferably includes a biasing means for
biasing each ring gear away from the first driven shaft and the second
driven shaft and a selective engagement means for selectively engaging one
ring gear of the plurality of ring gears with the first driven shaft and
the second driven shaft.
Een twee-wiel aandrijvingsfiets omvat een hoofdkader dat een leidingshoofd, een zetelbuis, een dwarsstaaf en een holle downtube heeft. Een hoofdaandrijvingsmechanisme omvat een huisvesting, een drijfas, minstens één gedreven ringstoestel, een eerste gedreven schacht en een tweede gedreven schacht. De eerste gedreven schacht wordt draaibaar verbonden met de huisvesting en aan het minstens één gedreven ringstoestel operably gekoppeld. De tweede gedreven schacht, eveneens, wordt draaibaar verbonden met de huisvesting en aan het minstens één gedreven ringstoestel operably gekoppeld. De voor en achtermechanismen van de wielaandrijving omvatten een reeks schachten die zelf aan en tussen de eerste en tweede gedreven schachten en de voor en achterwielen worden gekoppeld. Het hoofdaandrijvingsmechanisme omvat bij voorkeur een meerderheid van gedreven toestellen bestaand uit een reeks concentrically uit elkaar geplaatste ringstoestellen. Elk ringstoestel van de meerderheid van gedreven ringstoestellen heeft een binnen diametrale oppervlakte en een buiten diametrale oppervlakte. Elke buiten diametrale oppervlakte wordt gevormd om de binnen diametrale oppervlakte van een aangrenzend ringstoestel slidingly in dienst te nemen. Verder, omvat het hoofdaandrijvingsmechanisme bij voorkeur een beïnvloedend middel om elk ringstoestel vanaf de eerste gedreven schacht en de tweede gedreven schacht te beïnvloeden en een selectief overeenkomstenmiddel om één ringstoestel van de meerderheid van ringstoestellen met de eerste gedreven schacht en de tweede gedreven schacht selectief in dienst te nemen.