A synchronous machine for power and/or voltage control comprises a stator
with a stator winding and a rotor with a field winding. The stator winding
comprises a high-voltage cable with solid insulation. A rotor has a
thermally based rotor current limit intersecting with a thermally based
stator current limit in a capability graph at a power factor considerably
below the rated power factor or has the thermally based rotor current
limit above the thermally based stator current limit. In the capability
graph. Means are provided for limiting the currents in order to avoid
thermal damage. In a method for power and/or voltage control of such a
synchronous machine, the machine operates with the stator current
exceeding the thermally based stator current limit for a certain time
period less than the maxim an permissible time limit, whereafter the
overload is reduced by reduction of either the active power or the field
current or a combination of both.
Een synchrone machine voor macht en/of voltagecontrole bestaat uit een stator met stator het winden en uit een rotor met gebied het winden. Stator het winden bestaat uit een kabel met hoog voltage met stevige isolatie. Een rotor heeft thermaal het gebaseerde rotor huidige grens snijden aanzienlijk met een thermaal gebaseerde stator huidige grens in een vermogensgrafiek bij een machtsfactor onder de geschatte machtsfactor of heeft de thermaal gebaseerde rotor huidige grens boven de thermaal gebaseerde stator huidige grens. In de vermogensgrafiek. De middelen worden verstrekt voor het beperken van de stromen om thermische schade te vermijden. In een methode voor macht en/of voltagecontrole van een dergelijke synchrone machine, werkt de machine met de statorstroom die de thermaal gebaseerde stator huidige grens overschrijdt voor een bepaalde tijdspanne dan minder de stelregel een toelaatbare tijdslimiet, whereafter wordt de overbelasting verminderd door vermindering van of de actieve macht of de gebiedsstroom of een combinatie allebei.