A method of making a superconducting structure includes depositing a metal
alkoxide on a surface of a metal and hydrolyzing the metal alkoxide on the
surface to form a pinhole-free film. The metal is a superconductor. The
metal alkoxide may be a compound of formula (I):
M.sub.4 (OPr.sup.n).sub.16 (I);
where M is zirconium or hafnium, and the purity of the compound is at least
97% as measured by NMR spectroscopy.
Een methode van een makende supergeleidende structuur omvat het deponeren van metaalalkoxide op een oppervlakte van een metaal en het hydroliseren van metaalalkoxide op de oppervlakte om een speldeprik-vrije film te vormen. Het metaal is een suprageleider. Metaalalkoxide kan een samenstelling van formule (I) zijn: M.sub.4 (OPr.sup.n).sub.16 (I); waar M zirconium of hafnium is, en de zuiverheid van de samenstelling minstens 97% zoals die door NMR spectroscopie wordt gemeten is.