An image detecting method comprises the steps of: a) searching for a
pattern satisfying a predetermined commencement requirement by scanning an
input image; b) using the pattern as a starting point, with referring to a
dictionary storing therein distances between the center line and an edge
of a detection target semicircle, determining for each of a predetermined
number of main scan lines along a sub-scan direction whether or not a
predetermined edge pattern occurs within a respective range of the
distance of the dictionary; and c) determining a detection of the
semicircle when the number of error lines on which the predetermined edge
pattern does not occur within the respective range of the distance of the
dictionary is less than a predetermined threshold.
Een beeld dat methode ontdekt bestaat uit de stappen van: a) zoekend naar een patroon dat aan een vooraf bepaald beginvereiste voldoet door een inputbeeld af te tasten; b) het gebruiken van het patroon als uitgangspunt, met het verwijzen naar een woordenboek dat daarin afstanden tussen de middellijn en een rand die van een halve cirkel van het opsporingsdoel opslaat, voor elk van een vooraf bepaald aantal hoofdaftastenlijnen langs een sub-aftastenrichting bepalen al dan niet een vooraf bepaald randpatroon binnen een respectieve waaier van de afstand van het woordenboek voorkomt; en c) bepalend een opsporing van de halve cirkel wanneer het aantal foutenlijnen waarop het vooraf bepaalde randpatroon niet binnen de respectieve waaier van de afstand van het woordenboek voorkomt minder dan een vooraf bepaalde drempel is.