The aircraft (20,50,60) combines a low aspect ratio lifting body (21) and a
higher aspect ratio wing (30). Horizontal and vertical tail surfaces (26,
24) are connected to the rear of the lifting body (21) by one or more
booms (23). The wing (30) is attached to the lifting body (21) such that
it can be rotated about a spanwise axis (39) and it's aerodynamic center
is located behind the aerodynamic center of the lifting body (21). The
wing (30) contains adjustable surfaces (31, 32) to change the wing's
camber for lift and roll control. A lever arrangement (FIG. 7) controlled
by the pilot or remote control operator selectively and relatively pivots
the wing (30) and contours the wing surfaces for camber to optimize the
lift and control of the lifting body (21) and the wing (30) for maximum
efficiency in all flight modes.
Het vliegtuig (20.50.60) combineert een lage aspectverhouding opheffend lichaam (21) en een hogere aspectverhouding de oppervlakten van de vleugel(30). Horizontale en verticale staart (26, 24) worden verbonden met het achtergedeelte van opheffend lichaam (21) door één of meerdere bomen (23). Vleugel (30) is in bijlage aan opheffend lichaam (21) dusdanig dat het over een spanwise as (39) kan worden geroteerd en het aërodynamisch centrum wordt gevestigd achter het aërodynamische centrum van opheffend lichaam (21) is. Vleugel (30) bevat regelbare oppervlakten (31, 32) om de welving van de vleugel voor lift te ruilen en controle te rollen. Een hefboomregeling (fig. 7) dat door de proef of verre controleexploitant wordt gecontroleerd en draait selectief vrij vleugel (30) en geeft de contouren aan van de vleugeloppervlakten voor welving om de lift en de controle van opheffend lichaam (21) en vleugel (30) voor maximumefficiency op alle vluchtwijzen te optimaliseren.