A data image management system (DIMS) that includes a local data image manager (LDIM), a remote data image manager (RDIM), and a remote persistent storage device (RPSD). The LDIM communicates with the RDIM through a direct communication link or through a communication network. The RDIM can store data on and retrieve data from the RPSD. In an environment where an LDIM has been installed in a computer having a "local" persistent storage device (LPSD), the DIMS allows for the storing of the LPSD's data image on the RPSD, with the LPSD serving as a persistent, consistent cache of the data image. The data image stored on the RPSD is referred to as the "master data image" and the data image cached on the LPSD is referred to as the "local data image" or "cached data image." The LDIM functions to intercept read/write requests that are intended to be received by the LPSD. The read/write requests specify an address of the LPSD. Upon intercepting a read request, the LDIM is programmed to determine whether the portion of the cached data image that is stored at the specified address is up-to-date. If it is up-to-date, the LDIM retrieves the requested data from the LPSD and passes the data back to the component or device from which it received the request. If it is not up-to-date, the LDIM transmits the read request to the RDIM. Upon receiving the read request, the RDIM locates and reads the requested data from the master data image stored on the RPSD and then transmits the data back to the LDIM.

Een het beheerssysteem van het gegevensbeeld (VERDUISTERT) dat een lokale manager van het gegevensbeeld (LDIM), een verre manager van het gegevensbeeld (RDIM), en een verre blijvende opslaggelegenheid (RPSD) omvat. LDIM communiceert met RDIM door een directe communicatie verbinding of door een communicatienetwerk. RDIM kan gegevens opslaan over en gegevens terugwinnen van RPSD. In een milieu waar een LDIM in een computer geïnstalleerd is die een "lokale" blijvende opslaggelegenheid (LPSD) heeft, VERDUISTERT toestaat voor het opslaan van het Lpsd- gegevensbeeld op RPSD, met LPSD dienend als blijvend, verenigbaar geheim voorgeheugen van het gegevensbeeld. Het gegevensbeeld dat op RPSD wordt wordt opgeslagen bedoeld als "hoofdgegevensbeeld" en het gegevensbeeld caching op LPSD wordt bedoeld als "lokaal gegevensbeeld" of "caching gegevensbeeld." LDIM functioneert aan onderscheppings lees-schrijfverzoeken die bedoeld om door LPSD zijn worden ontvangen. De lees-schrijfverzoeken specificeren een adres van LPSD. Op het onderscheppen van een gelezen verzoek, is LDIM geprogrammeerd om te bepalen of het gedeelte van het caching gegevensbeeld dat op het gespecificeerde adres wordt opgeslagen bijgewerkt is. Als het bijgewerkt is, wint LDIM de gevraagde gegevens van LPSD terug en gaat de gegevens terug naar de component of het apparaat over waarvan het het verzoek ontving. Als het niet bijgewerkt is, brengt LDIM het gelezen verzoek aan RDIM over. Op het ontvangen van het gelezen verzoek, bepaalt de plaats RDIM en leest van de gevraagde gegevens van het hoofd opgeslagen gegevensbeeld over RPSD en brengt dan de gegevens terug naar LDIM over.