A cable reel structure includes a mobile member including a top guard
portion, from which extend at least two (first and second) connector units
configured to receive outside circuits. Each of the connector units
contains bus bars extending therethrough, such that the bus bars can be
bonded to the outside circuits by a welding machine equipped with an anvil
and a horn. The connector units are placed in staggered positions to each
other, and with respect to a diametrical center line of the cable reel,
such that, even after the mobile member has been mounted onto the fixed
member, the welding of the bus bars to the outside circuits can be
performed, successively in the first connector unit and the second
connector unit, by rotating the mobile member after the welding has been
performed in the first connector unit. Ultrasonic or resistance welding
can thus be effected in those connector units more easily.
Een structuur van de kabelspoel omvat een mobiel lid met inbegrip van een hoogste wachtgedeelte, waarvan minstens twee (eerst en tweede) schakelaareenheden uitbreid die worden gevormd om buitenkringen te ontvangen. Elk van de schakelaareenheden bevat stroomrails daardoor zich uitbreidt, dusdanig dat de stroomrails op de buitenkringen door een lassenmachine kunnen worden geplakt die met een aambeeld en een hoorn wordt uitgerust. De schakelaareenheden worden geplaatst in gewankelde posities aan elkaar, en met betrekking tot een diametrale middellijn van de kabelspoel, dusdanig dat, zelfs nadat het mobiele lid op het vaste lid is opgezet, het lassen van de stroomrails aan de buitenkringen kan worden uitgevoerd, opeenvolgend in de eerste schakelaareenheid en de tweede schakelaareenheid, door het mobiele lid te roteren nadat het lassen in de eerste schakelaareenheid is uitgevoerd. Het ultrasone of weerstandslassen kan zo in die schakelaareenheden gemakkelijker worden uitgevoerd.