In vehicle velocity control apparatus and method for an automotive vehicle,
a first following control is allowed to be executed when a vehicle
velocity of the vehicle (host vehicle) Vcar is equal to or higher than a
first set vehicle velocity V1 and a second following control is allowed to
be executed when the vehicle velocity of the host vehicle Vcar is equal to
or lower than a second set vehicle velocity V2 which is lower than first
set vehicle velocity V1. Hence, a vehicle driver can accurately determine
which of the first and second following controls is being executed by
confirming the vehicle velocity of the host vehicle Vcar at which the
corresponding one of the controls is started to be executed through a
speedometer of the vehicle.
In de controleapparaten en methode van de voertuigsnelheid voor een automobielvoertuig, wordt eerste na controle toegestaan om worden uitgevoerd wanneer een voertuigsnelheid van het voertuig (gastheervoertuig) Vcar aan of hoger gelijk is dan een eerste vastgestelde voertuigsnelheid V1 en tweede na controle om wordt toegestaan worden uitgevoerd wanneer de voertuigsnelheid van het gastheervoertuig Vcar aan of lager gelijk is dan een tweede vastgestelde voertuigsnelheid V2 die lager is dan eerste vastgestelde voertuigsnelheid V1. Vandaar, kan een voertuigbestuurder nauwkeurig bepalen welke van eerste en tweede na controles door de voertuigsnelheid van het gastheervoertuig Vcar wordt uitgevoerd te bevestigen waarbij overeenkomstige één van de controles om door een snelheidsmeter van het voertuig is begonnen worden uitgevoerd.