A compiler 2 sequentially simplifies, according to predetermined rules, a
network of a processing flow defined by a PERT diagram and including a
plurality of jobs executable in parallel, and determines which of any
other jobs provide processing results causing each job to start and
perform the processing when accepting them. Further, in the process of the
simplification, if a pattern making the processing flow inexecutable, such
as a loop, occurs in the network, the compiler 2 determines that the
processing flow is inexecutable, and shows it to the user. If the
processing flow is inexecutable, the compiler 2 generates a program for
actualizing the processing of each job in the processing flow in
synchronism with the processing of other jobs.
Een compiler 2 vereenvoudigt, volgens vooraf bepaalde regels, opeenvolgend een netwerk van een verwerkingsstroom die door een PERT diagram en met inbegrip van een meerderheid van banen uitvoerbare tegelijkertijd parallel wordt bepaald, en bepaalt welke van een andere banen verwerkingsresultaten veroorzakend elke baan opleveren om de verwerking te beginnen en uit te voeren wanneer het goedkeuren van hen. Verder, tijdens de vereenvoudiging, als een patroon dat de verwerkingsstroom onuitvoerbaar maakt, zoals een lijn, in het netwerk voorkomt, bepaalt compiler 2 dat de verwerkingsstroom onuitvoerbaar is, en toont het aan de gebruiker. Als de verwerkingsstroom onuitvoerbaar is, produceert compiler 2 een programma om de verwerking van elke baan in de verwerkingsstroom in synchronisme met de verwerking van andere banen te realiseren.