Methods for using modulating agents to enhance or inhibit claudin-mediated
cell adhesion in a variety of in vivo and in vitro contexts are provided.
Within certain embodiments, the modulating agents may be used to increase
blood/brain barrier permeability. The modulating agents comprise at least
one claudin cell adhesion recognition sequence or an antibody or fragment
thereof that specifically binds the claudin cell adhesion recognition
sequence. Modulating agents may additionally comprise one or more cell
adhesion recognition sequences recognized by other adhesion molecules.
Such modulating agents may, but need not, be linked to a targeting agent,
drug and/or support material.
De methodes om modulerende agenten worden te gebruiken om claudin-bemiddelde celadhesie in een verscheidenheid van levende en in vitro te verbeteren of te remmen contexten verstrekt. Binnen bepaalde belichamingen, kunnen de modulerende agenten worden gebruikt om bloed/hersenenbarrièredoordringbaarheid te verhogen. De modulerende agenten bestaan daarvan minstens uit één opeenvolging van de de adhesieerkenning van de claudincel of een antilichaam of een fragment dat specifiek de opeenvolging van de de adhesieerkenning van de claudincel binden. De modulerende agenten kunnen uit één of meerdere de erkenningsopeenvolgingen bovendien bestaan van de celadhesie die door andere adhesiemolecules worden erkend. Dergelijke modulerende agenten kunnen, maar hebben niet, met een richtend agent, drug en/of steunmateriaal worden verbonden nodig.