An optical module comprises a photodiode, an amplifying device, and a die
capacitor. The die capacitor has at least a center pad, the photodiode is
mounted thereon, and other pads on both side of the center pad. The die
capacitor is mounted on a mounting surface of the module so as to locate
the photodiode to be center of the surface. The amplifying device has a
signal pad and a plural ground pad surrounding the signal pad. The signal
pad is connected to the photodiode, while the ground pads are connected to
the mounting surface through other pads on both side of the die capacitor.
Een optische module bestaat uit een fotodiode, uit een vergrotend apparaat, en uit een matrijzencondensator. De matrijzencondensator heeft minstens een centrumstootkussen, wordt de fotodiode daarop opgezet, en andere stootkussens aan beide kant van het centrumstootkussen. De matrijzencondensator wordt opgezet op een opzettende oppervlakte van de module om van de fotodiode de plaats te bepalen om centrum van de oppervlakte te zijn. Het vergrotende apparaat heeft een signaalstootkussen en een stootkussen die van de meervoudsgrond het signaalstootkussen omringen. Het signaalstootkussen wordt verbonden met de fotodiode, terwijl de grondstootkussens met de opzettende oppervlakte door andere stootkussens aan beide kant van de matrijzencondensator worden verbonden.