A filter assembly employs radially inwardly and outwardly displaced
portions of a peripheral roll seam on the cartridge as components of a
cartridge compatibility matrix. A base defines an axial entrance to a
fixed retainer that is complementary to the compatibility matrix of the
cartridge roll seam. Axial slots accommodate the outwardly displaced
portions of the roll seam while inward protrusions correspond to the
location and inward displacement of the inwardly displaced segments of the
roll seam. Incompatible filter cartridges are prevented from axial
reception into the base. The number, configuration and location of
inwardly and outwardly displaced portions of the roll seam may be varied
to provide a variety of unique compatibility matrices.
Een filterassemblage stelt radiaal en binnenwaarts klaarblijkelijk verplaatste gedeelten van een randbroodjesnaad op de patroon als componenten van een matrijs van de patroonverenigbaarheid tewerk. Een basis bepaalt een asingang aan een vaste pal die aan de verenigbaarheidsmatrijs van de naad van het patroonbroodje complementair is. De as groeven passen de klaarblijkelijk verplaatste gedeelten van de broodjesnaad terwijl aan de binnenkomende uitsteeksels aan de plaats en de binnenkomende verplaatsing van de binnenwaarts verplaatste segmenten van de broodjesnaad beantwoorden. De onverenigbare filterpatronen worden verhinderd asontvangst in de basis. Het aantal, de configuratie en de plaats van binnenwaarts en klaarblijkelijk verplaatste gedeelten van de broodjesnaad kunnen worden gevarieerd om een verscheidenheid van unieke verenigbaarheidsmatrijzen te verstrekken.